Transponeren stap voor stap
Wat is transponeren?
Stel: Je speelt a-klarinet en je wilt samenspelen met je buurmeisje dat
dwarsfluit speelt. Je pakt haar boek, en samen begin je aan het eerste
melodietje op bladzijde een.
Hoe lang zal dit samenspel duren denk je?
Ik schat niet langer dan een seconde of drie...
Het klinkt zo raar, dat KAN niet goed zijn ! ! !
Hoe komt dat?
Als een dwarsfluitist een C ziet staan en die speelt, dan klinkt er
inderdaad een C, want dwarsfluit is geen transponerend instrument.
Maar als een a-klarinettist een C ziet staan en die speelt, dan is de
noot die klinkt geen echte C, maar een A.
De noot klinkt dus twee tonen lager dan er staat.
Zolang de a-klarinettist alleen speelt, of samen met andere a-klarinetten, is er niets aan de hand, maar als de
a-klarinettist samen wil spelen met een niet-transponerend instrument
zoals fluit, piano, keyboard, viool, en nog heel veel andere instrumenten,
dan moet de a-klarinettist zijn partij overschrijven in een andere toonsoort,
waardoor de tonen zo klinken dat ze bij dat andere instrument passen.
Dat is transponeren.
Het transponeren is samen te vatten in drie stappen:
1 - de juiste voortekens noteren.
2 - de noten secuur overschrijven in de juiste toonhoogte.
3 - de toevallige voortekens invullen.
Hoe we dat precies gaan doen leren we hieronder.
T I P !
Als je snel naar beneden scrolt en vluchtig hier en daar wat
leest en bekijkt, dan lijkt het een lang en ingewikkeld verhaal.
Doe dat dus niet!
Bekijk elk deel van deze pagina op je gemak, stap voor stap,
neem er de tijd voor, en schrijf het notenvoorbeeld ook werkelijk
een keer over.
Als je dat gedaan hebt zal je merken dat het niet moeilijk is.
Hoe kom ik erachter of mijn instrument een transponerend instrument is?
Speel een C op jouw instrument en vergelijk de toonhoogte die je hoort
met een C die je op een piano aanslaat (of een orgel of keyboard.)
Als de C die jij op jouw instrument speelde even hoog klinkt als de C van
de piano, dan is je instrument GEEN transponerend instrument.
Als de noot die op jouw instrument C heette op de piano een Bes is,
dan heb je een Bes-instrument.
Is jouw C op de piano een A? Dan heb je dus een A-instrument, enz.
Kom je er op deze manier toch nog niet achter, vraag het dan aan
iemand die op eenzelfde instrument speelt, of bijvoorbeeld aan je
muziekdocent, of aan een verkoper in een muziekwinkel.
Als je weet naar welke toonsoort je transponeren moet, dan mag je doorgaan met het volgende blok:
Klik op onderstaande links om te leren transponeren voor:
een Bes-instrument (Si bemol)
(bijv. bes-klarinet, trompet of tenorsaxofoon)
een Es-instrument (Mi bemol)
(bijv. altsaxofoon of baritonsaxofoon)
een F-instrument (Fa)
(bijv. f-hoorn of althobo)
een A-instrument (La)
(bijv. a-klarinet)
Transponeren voor Es-instrumenten
Stap 1 - Voortekens
Stel je voor dat we het volgende melodietje samen willen gaan spelen met een viool,
dan zullen we het eerst moeten aanpassen voor ons es-instrument.
Pak dus een vel muziekpapier, een potlood en een gum, dan gaan we beginnen.
(Print hier muziekpapier.)
Voorbeeldmelodie:
Je ziet dat er tussen de G-sleutel en de maataanduiding een mol staat.
Die kun je niet zomaar overschrijven, want omdat wij in een andere toonsoort gaan spelen gebruiken we ook andere kruizen en mollen.
Dat wordt dus de eerste vraag die we ons moeten stellen:
Welke voortekens hebben wij nodig?
In het geval van 1 mol is dat 2 kruizen; een fis en een cis.
Op je vel muziekpapier kun je nu dus de G-sleutel schrijven, daarachter de fis en de cis, en daarachter de maataanduiding.
Dat brengt ons tot het volgende resultaat:
Hoe weet je nu welke kruizen of mollen je moet schrijven aan het begin van de notenbalk?
Daarvoor kijk je op de tabel hieronder.
Zoek in de linkerhelft de kruizen of mollen zoals ze staan in de muziek die je transponeren wilt,
dan zie je daarachter staan welke voortekens je nodig hebt voor een es-instrument.
Tabel van Voortekens voor Es-instrumenten
Geen kruizen en geen mollen in de oorspronkelijke muziek?
Schrijf drie kruizen: een fis, een cis en een gis.
Een mol in de oorspronkelijke muziek?
Schrijf twee kruizen: een fis en een cis.
Twee mollen in de oorspronkelijke muziek?
Schrijf een kruis: een fis.
Drie mollen in de oorspronkelijke muziek?
Dan hoef je voor jouw instrument geen voortekens te gebruiken.
Vier mollen in de oorspronkelijke muziek?
Schrijf een mol: een bes.
Vijf mollen in de oorspronkelijke muziek?
Schrijf twee mollen: bes en es.
Zes mollen in de oorspronkelijke muziek?
Schrijf drie mollen: bes, es, as.
Zeven mollen in de oorspronkelijke muziek?
Schrijf vier mollen: bes, es, as, des.
Een kruis in de oorspronkelijke muziek?
Schrijf vier kruizen: fis, cis, gis, dis.
Twee kruizen in de oorspronkelijke muziek?
Schrijf vijf kruizen: fis, cis, gis, dis, ais.
Drie kruizen in de oorspronkelijke muziek?
Schrijf zes kruizen: fis, cis, gis, dis, ais, eis.
Vier kruizen in de oorspronkelijke muziek?
Schrijf zeven kruizen: fis, cis, gis, dis, ais, eis, bis.
Het staat je vrij bovenstaande tabel te gebruiken zo vaak je maar wilt, maar misschien is het handig de volgende regel van buiten te leren:
Oorspronkelijke muziek 0 voortekens - Es-instrument 3 kruizen
Oorspronkelijke muziek 1 mol - Es-instrument 2 kruizen
Oorspronkelijke muziek 2 mollen - Es instrument 1 kruis
In alle andere gevallen heeft het es-instrument altijd 3 mollen MINDER, en 3 kruizen MEER dan de oorspronkelijke muziek in C.
(Controleer maar met de tabel hierboven.)
Stap 2 - Noten overschrijven
We hebben nu dus de sleutel, de voortekens en de maataanduiding op ons
papier staan.
Dan komen we nu aan de tweede stap: het invullen van de noten.
Als een Es-instrument een C speelt, dan klinkt er in werkelijkheid geen C,
maar een Es, hadden we bovenaan deze pagina ontdekt.
Vandaar dus ook dat we het een Es-instrument noemen.
Als je nu bedenkt dat er een Es klinkt als je een C speelt, wat zou je dan
moeten schrijven om een C te horen?
De Es is twee noten hoger dan de C, het Es-instrument speelt dus blijkbaar
twee noten te hoog. Als we nu eens twee noten lager dan de C gaan schrijven,
een A dus, zou dat dan misschien als een C gaan klinken?
Inderdaad!
Dan is dat dus wat we moeten gaan doen.
Alle noten uit het voorbeeldmelodietje schrijven we secuur twee tonen lager
over.
Heel belangrijk is nu:
Schrijf alleen de noten over!
nooit ofte nimmer de toevallige kruizen, mollen of
herstellingstekens die tussen de noten in staan ! ! !
Misschien denk je: Maar dan klopt het straks toch niet?
Nee, dat is ook zo, maar dat lossen we later op.
Eerst overschrijven nu, alles twee tonen lager, dus de D wordt een B,
de E wordt een Cis (dat gaat vanzelf omdat er twee kruizen aan de sleutel
staan), de F wordt een D, en zo gaan we maar verder: alles schuiven we
twee plaatsjes omlaag:
En dit is hoe het er dan uit komt te zien.
Stap 3 - Toevallige voortekens invullen
Als we nu bovenstaande muziekstukjes met elkaar vergelijken zien we
natuurlijk meteen dat de derde maat zo nog niet klaar is.
In de oorspronkelijke muziek staan daar een herstellingsteken en een kruis,
wat doen we daarmee in onze overgeschreven muziek?
Gewoon overschrijven? Dus OOK een herstellingsteken en een kruis?
In geen geval!
Het zou trouwens ook nergens op slaan, want kijk maar, dan zouden we
in de derde maat een herstellingsteken voor de G zetten, maar die is in de voorgaande
maten toch nergens verhoogd of verlaagd?
Dat herstellingsteken zou dan toch geen enkele betekenis hebben?
Als we transponeren vergeten we eventjes de woorden: 'Kruis', 'Mol' en
'Herstellingsteken'. Daarvoor in de plaats kijken we wat ze precies DOEN
met de noten, en daarna besluiten we of we ze 'Verhogingsteken' of
'Verlagingsteken' noemen.
Een kruis VERHOOGT, dus noemen we dat een 'Verhogingsteken'.
Een mol VERLAAGT, dus noemen we dat een 'Verlagingsteken'.
Een herstellingsteken voor een Fis VERLAAGT de Fis naar F, in dat
geval noemen we het een 'Verlagingsteken'.
Een herstellingsteken voor een Bes VERHOOGT de Bes naar B, in dat
geval is het dus een 'Verhogingsteken'.
Kijk nu nogmaals naar ons notenvoorbeeld:
Voor de Bes in de derde maat staat een herstellingsteken.
Wat doet dat herstellingsteken?
Het herstelt de Bes, het maakt er een B van, het VERHOOGT dus de noot.
Het is een verhogingsteken.
Dan moeten we in onze overgeschreven muziek ook een verhogingsteken
zetten voor de G.
Wat een is een verhogingsteken voor een G?
Juist, een kruis!
Voor de C in de noot daarna staat een kruis. Een verhogingsteken.
Dan moet ook onze A een verhogingsteken krijgen, dat is ook een kruis.
Zo komen we op het volgende resultaat:
En hiermee is de getransponeerde partij klaar, en kun je het gaan
samenspelen.
Op deze zelfde manier kun je alle muziek transponeren.
Niet van C naar Es, maar van Es naar C?
Bovenstaande cursus gaat om het geval dat je C-muziek over wilt schrijven naar Es-muziek.
Het kan uiteraard ook gebeuren dat je het andersom wilt: je hebt Es-muziek, maar wil dat veranderen in C-muziek.
In dat geval doe je de cursus andersom.
Als je hierboven kijkt zie je twee notenvoorbeeldjes. De zwartgedrukte is de C-muziek, de blauwgeschreven de Es-muziek.
Beschouw de blauwgeschreven voorbeelden als je uitgangspunt, en verander het in de zwartgedrukte versie.
Je moet de noten dan dus 2 tonen HOGER overschrijven, inplaats van 2 tonen lager, en ook de tabel gebruik je andersom: de
blauwgeschreven versie heb je al, je verandert het in de zwartgedrukte.
Dus twee kruizen wordt 1 mol, 1 mol wordt 4 mollen, enz.
Tenorsaxofoon?
Er blijft echter nog één probleempje over.
Als we er nu van uitgaan dat je dwarsfluit- of vioolmuziek voor je had
liggen, die je op bovenstaande wijze getransponeerd hebt voor bijv. Es-
klarinet, is het zo inderdaad in orde, maar stel dat je diezelfde muziek op bijvoorbeeld een tenorsaxofoon wilt spelen?
Een tenorsaxofoon is een veel groter en daardoor ook veel lager instrument dan een klarinet of een dwarsfluit.
Tenorsaxofoon klinkt een heel octaaf lager dan een Es-klarinet.
Als je de muziek in precies hetzelfde octaaf wilt spelen als de oorspronkelijke muziek,
zal je, nadat je klaar bent met transponeren, alles dus nog een keer een heel octaaf HOGER moeten overschrijven.
Pas dan klinkt het helemaal in dezelfde toonhoogte als de oorspronkelijke muziek.
Meestal zal het dan echter te hoog komen te liggen voor de tenorsaxofoon.
Meestal kan een tenorsaxofoon dan ook niet zomaar een dwarsfluitpartij spelen.
Wat je dan moet doen?
Je kan het een octaaf lager proberen, eens luisteren hoe dat klinkt in samenspel met het andere instrument.
Of je zoekt muziek die beter bij je instrument past.
Veel succes ermee!
Margriet Verbeek
|
Margriet Verbeek
Popular arrangements
for 2 recorders (or flutes) and guitar
Free Folk Songs, Christmas Carols and Light Classical Music.
Sound Collage - 2013
This 25 minutes sound collage is part of the Gogyoshi Art Project International,
inspired by Taro Aizu's poems which he
wrote about the nuclear disaster in his hometown Fukushima in 2011.
In 2012 was the celebration on the 500th anniversary of the Belgium composer Clemens Non Papa.
50 Dutch and Belgium composers composed for this occasion new versions of his 150 Souterliedekens (psalms) for choir.
November 2011.
Concert in Schiedam to celebrate GeNeCo's centennial (Dutch Composers Association).
May 15, 2010.
CD-presentation in Wilhelminaoord.
Eddy vd Maarel piano,
Margriet Verbeek guitar.
Explaining and performing a Graphic Score with a group of musicians plus the audience, during the European Mensan Annual Gathering in Utrecht, 2009.
The Dutch Association for Mandolin Orchestras celebrated her 60th anniversary in October 2007, by giving a concert in Gorinchem. Their Youth Orchestra performed The Smoking Chimney under the direction of Benny Ludemann.
Mandolin-ensemble The Strings, at the first performance from l'Artibonite in Bamberg - 2006"
November 2005.
11 members of three brass bands in Midden-Delfland performed Festival in 't Woudt, and Green, Green Midden-Delfland, in the presence of the Dutch Queen Beatrix, directed by Pasha Ashari.
The first price, at the Eight International Competition for Composers in Corfu-Greece (2005), went to the composition
Fleur for solo guitar, by Margriet Verbeek.
|